zondag 8 september 2013

Fisherman's Friend StrongmanRun 2013

Eindelijk! De wedstrijddag is aangebroken. Aan negen maanden van voorbereiding is een einde gekomen. Nu mag het gaan gebeuren. Samen met nog 7999 deelnemers door de bossen van Hellendoorn rennen, ploeteren, spetteren, glibberen, glijden, steunen, kreunen, vloeken, gieren, lachen en brullen. Over een afstand van 18 kilometer wachten ons 25 hindernissen. Door de regen van de afgelopen nacht zal het er alleen maar zwaarder op worden. Yes!
We besluiten, mede op verzoek van de organisatie, om vroeg te vertrekken. We, dat zijn Monique, Miralda, Ria, Marco, Ronald en ik: de atleten die deelnemen aan de Run. Tessa gaat mee voor de morele support. Andere fans zullen in de loop van de dag nog naar het parcours komen.
Het wachten duurt lang, heel lang. Aangezien het nog altijd regent hangen we een beetje rond in de manege. Her en der staan, zitten en liggen mensen een beetje verveelt te wachten op de dingen die komen gaan. Zal het blijven regenen? Al de 'weerappjes' beloven opklaringen en zon. Na het middaguur zal het droog worden. Ondertussen is het binnen warm en droog, terwijl buiten de herfst lijkt te zijn aangebroken.
Maar uiteindelijk zal het een uur voor aanvang toch droog worden en kunnen we naar buiten. In alle rust wandelen we in de richting van het startveld. Dit is één groot vak, van waaruit alle deelnemers tegelijkertijd zullen starten. Iedereen heeft twee tijdtransponders op het lichaam om de persoonlijke tijden te kunnen registreren. Hierdoor maakt het voor de eindtijd niet uit of je vooraan start of als laatste de startlijn passeert. De tijd begint te lopen als de atleet over de startlijn is geweest.
Het startterrein stroomt vol naarmate de Start dichterbij komt. Her en der zijn mensen nog een warming up aan het doen. En de blaas wordt voor een laatste keer geleegd. Er lopen de meest bizarre creaties rond. Sommigen hebben zich helemaal opgedoft, terwijl anderen in een simpele hardloopuitrusting staan af te wachten. Ik zie Noormannen, zakenmannen, Baywatch strandwachten, mannen verkleed als vrouw, mannen als bruidjes, vrouwen als cheerleaders, camouflagepakken; pruiken, kostuums en schmink. Attributen als opblaasbare krokodillen, zwembanden en -bandjes én de onvermijdelijke opblaaspop. En het zal allemaal meegezeuld worden in de race.
Ondertussen wordt de stemming opgevoerd met opzwepende dancemuziek. Mensen van de organisatie spreken een welkomstwoord. Spreken hun bewondering en dank uit, terwijl wij -de atleten- hun juist dankbaar mogen zijn voor deze grandioze happening. Uiteraard mag de burgemeester haar zegje doen en de -onvermijdelijke- Wendy van Dijk gilt nog een paar zinnen in de microfoon alvorens het startschot te mogen lossen.
En dan gaat het eindelijk los! Om even na enen worden we weggeschoten. De waanzin mag beginnen. We staan te trappelen van ongeduld, maar kunnen slechts wandelen. Er zit bijna geen beweging in. Voetje voor voetje schuifelen we in de richting van de startlijn. Struikelend over alle troep die iedereen heeft achtergelaten. Waterflesjes, fruitresten, maar ook T-shirts, regenponcho's en trainingjacks. Onvoorstelbaar wat mensen hier al dumpen.
Gelukkig komt er licht in de startrijen. We kunnen al in een voorzichtige looppas. En na 5 minuten en dik 40 seconden passeren we dan de start. We zijn in de race. Maar het gaat allemaal nog vrij langzaam. Dit is ook te verwachten met zoveel mensen, zovele deelnemers. En het is ook niet echt erg, het is geen kritiek. Wie sneller wil, moet zorgen verder vooraan te staan bij de start.
Door de trage voortgang is de eerste hindernis een appeltjes-eitje. Molls Mountain zijn vijf of zes richels van opgeworpen zand en kuilen waar we overheen en doorheen moeten. Iedereen is nog in jubelstemming en er wordt geschreeuwd en gelachen. De handjes gaan nog maar eens de lucht in en er wordt gek gedaan voor de camera van de fotograaf.
In de richting van de tweede hindernis kunnen we in ieder geval het tempo al wat versnellen. Maar we zullen ervaren dat iedere hindernis werkt als een trechter waar we steeds zullen moeten wachten tot voorgangers verdwenen zijn. Bij de Black Hole stremt het dus ook. We zien een grote legertent verschijnen. Van binnen is het pikkedonker, alleen staat er een felle lamp zenuwachtig te knipperen: een Stroboscoop. Ria verwacht echter dat er stroomdraden op ons wachten en wil het liefst via de Pussy Lane. Zij houdt dus links aan en ik blijf recht toe recht door gaan.
Als ik weer buiten kom is Ria in geen velden of wegen te zien. Ik begin rustig in looppas en ondertussen let ik goed op of zij ergens staat. Nope! Marco en Miralda rennen voorbij, Monique is nergens te bekennen. Hadden wij nou afgesproken om door te lopen of niet? Bij twijfel stoppen en op je schreden terugkeren, denk ik. Dus wijk ik uit naar de buitenkant en houd in. Ik wandel terug naar de Black Hole, maar zie Ria nergens. Toch gemist. Het geeft mij wel de gelegenheid om het tempo echt hoog op te voeren.
Ik haal heel veel mensen in, maar vind Ria niet terug. Ik baal wel, want we zouden in ieder geval de eerste ronde van 6,5 kilometer samen lopen. Maar ook de anderen kom ik niet meer tegen. Ben ik ze voorbij gerend zonder het te registreren? 'Doorlopen', denk ik, 'ik kan altijd nog bij de start/finish wachten'.
Dan doemt de volgende hindernis op. Het is geen gebouwde, maar een natuurlijk obstakel. Klimmen en dalen, heuvel op, heuvel af, door het rulle zand. Met z'n honderden tegelijk als mieren omhoog en omlaag. Struikelend over boomwortels of losse takken. Wegglijdend in het mulle zand. Geen grip, geen houvast, kreunend en steunend omhoog. Eenmaal boven rest nauwelijks tijd om op adem te komen, want: weer naar beneden. Sommigen wandelen heel voorzichtig, terwijl anderen als kamikazes naar beneden vliegen. Ik zoek een middenweg, probeer zo veel mogelijk in de lucht te zijn om het risico van vallen te verminderen.
Het is een prachtig obstakel. Hoewel het heel veel kracht kost, ik hier heel diep moet gaan, geniet ik met volle teugen. Ouwehoer met andere deelnemers, roep wat, schreeuw wat en lach. En in een vloek en een zucht komen we bij het zwembad. Bij de Water Splash en de Icy Monkeybars.
Natuurlijk staat hier redelijk wat publiek, want hier is het stunten. En stuntelen. In verband met de veiligheid op de glijbaan en in het water worden de deelnemers in blokken doorgelaten. En dus wordt het oponthoud groter. Het geeft mij de gelegenheid om uit de rijen te stappen en op mijn gemak naar Ria en/of de anderen te zoeken. Aangezien heel veel mensen het mooie Don't cry, Run! shirt dragen is het nog niet zo eenvoudig. Maar ineens komt Ria opdagen. Heb ik haar toch weer ingehaald.
Samen schuifelen we in de richting van de glijbaan. Omdat de opstap ook nog eens erg hoog is, duurt het allemaal vrij lang. Toch komen we steeds een beetje dichterbij. Om elkaar bijna weer uit het oog te verliezen. Als Ria op de eerste trede staat, moeten we weer wachten. Zij mag omhoog, ik moet weer wachten. En boven mag je niet blijven staan, maar glijden.
Boven speur ik het bad af, als ik weer op de kant sta zoek ik in de menigte. Om haar bij de Monkeybars terug te vinden. De Monkeybars is wel de moeilijkste hindernis in het parcours. Want hier komt het op de kracht van je armen aan. Kracht die ik in de laatste maanden niet meer heb kunnen trainen. En hoe zal mijn schouder er op reageren? 'Niet miep'n, moar goan', denk ik en grijp de spijlen vast. Een voor een naar de overkant. Net  voor ik die bereik, grijp ik naast de laatste spijl en duikel alsnog het water in.
Na al het water wacht ons gelukkig de eerste verzorgingspost. Hier kunnen we drinken. Zoveel we willen. Heel veel vrijwilligers staan klaar om ons te verzorgen. Top!
Verder dan maar weer. In een rustige looppas lopen Ria en ik in de meute mee. Naar de volgende hindernis. Wat staat ons te wachten? Komt het al snel of eerst maar een eind rennen? Als we de bocht van het zwembad omkomen, zien we het al. Een grote menigte staat voor de Illigal Tire Dump. Dit is de echte grote vertrager. Ik geloof dat we hier zeker tien minuten hebben staan wachten. Zonder ook maar iets op te schuiven. Tot overmaat van ramp durfde een van de deelnemers er bijna niet overheen. Natuurlijk aan onze kant. Ik tracht het gemor van anderen niet te horen, er niet in mee te gaan. Ook van deze omstandigheid te genieten. Ria en ik ouwehoeren wat en maken er het beste van. Tot we eindelijk over de banden en het net geklommen zijn.
Daarna gaat het snel. Door het bos, omhoog en weer omlaag. Een eindeloze trap weer omhoog. Samen de boomwortels en andere deelnemers ontwijkend. Her en der staan en liggen al wat slachtoffers van de obstakels. Maar ook staan deelnemers in alle rust met bekenden en vrienden te kletsen. Toeschouwers moedigen ons aan. Betitelen Ria als Strong Woman en juichen.
Na het klauteren over een in de weg staande container komen we weer in de start en finish area. Daar staan ons enkele hele leuke hindernissen te wachten. Het begint al met de Terror Wire. Een doorgang waarin allemaal touwtjes naar beneden hangen. Alleen, in die touwen zitten draden verweven. En op de ijzermatten waar die touwen aanhangen staat stroom. Niet veel, maar toch. En daar moeten we doorheen. Snel dan maar, en gelukkig zonder een opdonder te krijgen.
In korte tijd volgen de hindernissen elkaar op. Na de Tiger Bridge met zijn netten en water en netten, komt de Fireman Fall. In mijn concentratie hoor ik mijn dochters niet eens die verwoed staan te schreeuwen. Ria wel, die vindt zelfs de tijd om te zwaaien. De Fireman Fall is wel een lastige. Ria vond het zelfs de meest moeilijke. Dan komt de Jacuzzi for Knocklebones. Containers gevuld met koud water. Spring er in en klauter er maar weer uit. En nog een keertje. Om mooi schoon en fris bij het Quick Sand aan te komen. Bakken met derrie, met allerlei boomstammen er over heen om het een beetje interessanter te maken. Het is de bedoeling om onder die palen door te kruipen. Als ik in de bak stap, glij ik uit en zit van top tot teen onder de bagger. Anderen hebben meer geluk en komen zelfs redelijk schoon aan de overkant. Dat heeft echter geen enkel nut, want de Panic Room staat al te wachten. Hier moeten we in tijgersluipgang onderdoor. Ook hier hebben de parcoursbouwers iets met touwen en stroom uitgespookt. In het midden van de hindernis hangen de slingers waar je net onderdoor kunt, als je voorzichtig bent. Geen centje pijn dus. Maar aan de onderkant slijt het water de bodem. In die bodem bevinden zich kiezels die weer een aanslag zijn op handen, ellebogen en knieën.
Aan het einde van de eerste ronde staat de tribune/stellage van de organisatoren. Vanaf hier wordt de muziek gedraaid, hier werd het startschot gegeven. Het is echter ook een extra hindernis: Get lost in the Web. De steigerpijpen staan om zo'n hoogte dat het moeilijk is er onderdoor te klimmen, of om er overheen te klauteren.
En dan zijn we aan het einde van de eerste ronde. Binnen de anderhalf uur en mogen we door. (We hadden gelezen dat de eerste ronde binnen 90 minuten afgelegd moest zijn). Het zou echter ook oneerlijk zijn om gediskwalificeerd te worden, aangezien er meerdere hindernissen met lange wachttijden waren.
Ria is opgelucht. Dit heeft ze gehaald, nu de rest nog. Die resterende twaalf kilometer wil ze echter wel alleen verder. Ik vraag nog een keer of ze het zeker weet. "Ja, ga maar. Veel plezier." En met die woorden gaan we uit elkaar.
In die tweede ronde duiken ook de fraaiste hindernissen op. Via betonnen duikers en modder, beter bekend als de Rat hole over de heuvels met heide en de hinderlijk opgestelde Wringler. Schuttingen waar overheen gesprongen moet worden. Daar is gelukkig wel weer een verzorgingspost. Dan dalen we af naar de Deep Hell van de diepe zandkuil. Kruipen, klimmen en klauteren.
Weer verder, terwijl de vermoeidheid meer en meer toe begint te slaan. Er doemen hoge schuttingen op. Ook daar moeten we weer overheen. Iemand heeft een handje nodig, een ander een voetje. We helpen elkaar over de barricaden en stellen de vraag: Who's your Friend? Wie helpt je over de volgende hindernis?
Terug naar de diepe zandkuil. De niet zo Heavenly Crawl onder netten en in het mulle zand. Het kan op handen en voeten redelijk snel, maar als anderen op hun knieën gaan, moet ik ook stoppen en dan voelt alles ineens een heel stuk zwaarder. Dan begint het pijn te doen, dan is alles loodzwaar.
We get our Buts Kicked over weer andere schuttingen. Het blijft klauteren, het blijft klimmen. Een aanslag op kuiten, op bovenbeenspieren. Op knieën en enkels. Het vergt concentratie, want grijp je mis dan donder je er overheen. En nog altijd is de stemming geweldig. Zeker als er ook nog eens een verzorgingspost met vers fruit opduikt. Even een stuk sinaasappel, een banaantje. Verderop in parcours zal ik nog mensen zien zeulen met een appeltje in een plastic zakje. Al die bevoorrading zorgt wel voor een enorme troep in het bos. Veel werk voor de vrijwilligers om weer op te ruimen.
Nog meer schuttingen en als afwisseling netten om onderdoor te kruipen. Ik heb het geluk achter een paar grote kerels door de Army Trail te kruipen. Hierdoor kan ik, lichtjes gebukt, vrij snel door de hindernis verplaatsen. Ik spoor anderen wel aan om voor elkaar de netten vast te houden, om op die manier allemaal sneller te verplaatsen.
Na de netten en schuttingen nog meer hordes. Met steeds meer moeite klim ik over de Extreme Hurdle, terwijl een jonge gast met veel gemak een aanloopje neemt en er overheen vliegt. Maar ach, Jos, slechts half zo oud als jij dus maak je niet druk.
Zo langzamerhand moet dat zwembad toch weer opduiken. We zijn al zo lang onderweg. Dat zwembad komt eraan, maar daar voor wachten de klimmetjes van de Stut, die natuurlijke hindernisbaan, nog op ons. Voor een tweede keer op en neer. Omhoog en omlaag. Maar ook nu vliegen sommigen nog zonder enige angst naar beneden. Ik ook zonder angst, maar wel meer behouden jump ik naar de diepte.
Daar verschijnt de glijbaan voor de tweede doorgang. De organisatie is beter geregeld dan in de eerste ronde. Er is meer controle, het wordt beter begeleid. Op de opstap staan mensen om je op te trekken, geven even een handje. Ik wip nog redelijk gemakkelijk van opstap naar opstap. Trede voor trede omhoog. Maar net op het moment als ik bovenaan de glijbaan arriveer, schiet de kramp in mijn linkerkuit. Rechts is het niet veel beter. Shit! Niet nu, het ging zo lekker. Ik was van plan om naar beneden te knallen, nu houd ik me toch maar in. Ik weet niet wat er gebeurt als ik het water raak: wordt de kramp erger, of juist minder?
In het afvlakkende deel van de glijbaan kom ik tot stilstand. Voorzichtig loop ik richting het bad en spring er in. Met de zelfde voorzorg klauter ik weer uit het bad. Niet te veel kracht op de kuiten, probeer te ontspannen. Ik voel weinig hinder en in rustige pas loop ik naar de Monkeybars. Daar moet ik springen om bij de eerste spijl te kunnen komen en dat lukt zonder in de kramp te schieten. Maar ik ben nu wel zo moe dat ik bij iedere greep de kracht weg voel vloeien. Na drie of vier spijlen duikel ik dan ook het ijskoude water in. En het doet veel goed aan de krampverschijnselen. Die trekken toch wat weg.
Ik neem daarna wat meer tijd om te drinken en vooral ook om wat meer te drinken. En strompel meer dan ik ren in de richting van de Tire Dump. Daar is het nu heel rustig en ik kan zo door en er overheen. Overal hangen nu mensen aan bomen. Rekken, strekken of met een pijn verwrongen gezicht te verkrampen. Geblesseerde enkels en knieën, er vallen nu slachtoffers. Bij de klautercontainer van de Road Block ligt een jongen op het stro met kramp in beide kuiten. Zijn vriend probeert uit alle macht die kramp te verlichten door tegen beide voeten te drukken. Nog niet zo lang daarvoor zag ik hen als waanzinnigen van de Stut afvliegen.
Een vrijwilligster moedigt ons aan. "Hou vol, nog maar 2 kilometer!" Ik vloek en mopper in me zelf: dat riepen ze daarstraks ook al een keer. Ik loop als een oude man op mijn laatste benen. Ontspannen lukt bijna niet meer, en die kramp ligt op de loer. En dan moet ik ook nog eens door die stroomdraden.
Daar doemt de Terror Wire al op. Enerzijds blij, want dicht bij de finish; anderzijds lijdt de mens het meest van het lijden van de stroomdraden die hij vreest. Een paar meter voor mij probeert een deelnemer zonder veel geluk er snel doorheen te komen. Ik houd even in en zet dan aan. Het lijkt dat ik opnieuw geluk heb en geen klap krijg. Dan komen de draden bij elkaar en hang ik er tussen. Klabam en de stroom giert door mijn lijf. "Auw', gloeiende gloeiende, dat deed echt even pijn. Onder de netten door kruipend zakt de laatste moed mij in de schoenen. Ik spreek mij zelf toe om vol te houden. Het zijn nog maar honderden meters. Blijf in een rustig tempo doorgaan. En ik blijf ook doorgaan. Ook die laatste hindernissen zal ik over, onder en doorheen gaan.
De Fireman Fall glijd ik beheerst naar beneden. Ik laat me vallen in de Jacuzzi en gebruik mijn armen om er uit te klauteren. Zo weinig mogelijk afzetten met mijn benen. Nog een keer een bak met water en er weer uit. Ik ga zitten en glij van de verhoging af. Door naar het Quick Sand. Opnieuw stap ik voorzichtig in de bak met blubber. En opnieuw glijd ik onderuit.
Dan wacht mij nog slechts één hindernis: de Panic Room. Die stelt eigenlijk niets meer voor. Even tijgeren op mijn buik door de modder. Voorzichtig zijn bij de slingers en ik ben er door. Ik zoek een gang waar de bodem nog redelijk lijkt. Als ik lig voel ik echter al het grind en de kiezels hun aanslag op mijn vermoeide lijf plegen. Met mijn gezicht bijna in de modder glij ik onder de slingers door. Als dat goed is gegaan, neem ik even de tijd om de constructie te bekijken. En constateer dat die stroomdraden eigenlijk helemaal geen risico vormen. Zo hoog als ze hangen. Maar ik wil er nu wel uit, de pijn van de schurende ondergrond wordt langzaamaan ondragelijk. Als ik bijna uit de sluipgang ben til ik mijn onderlichaam al wat op om om mijn knieën te komen. Iets te vroeg, want ik krijg een oplawaai! Ik ben meteen uit de hindernis. Bijkomend voordeel: mijn kramp is weg.
Vermoeid kom ik overeind om de laatste meters af te leggen. Omringt door vele honderden, misschien wel duizenden toeschouwers ren ik in de richting van de finish. Dit is genieten, dit is fantastisch, dit is zo ontzettend prachtig. Er zijn geen woorden die dit kunnen beschrijven.

Finisher bij de Fisherman's Friend StrongmanRun 2013.

Na de finish wachten bekoorlijke vrijwilligsters met de welverdiende medailles. Die wordt omgehangen met de welgemeende felicitaties, een knuffel als toegift. Strompelend verder naar een verzorgingspost: drinken. Dan door de waterbakken om de modder af te spoelen. Voor die bakken wachtten nog weer andere lieflijke vrijwilligsters om de atleten m/v in te zepen.
Waar zijn de kinderen? Een beetje verdwaasd loop ik rond. Nog niet helemaal beseffend welke prestatie ik zo juist heb geleverd. Waar zijn nou toch Lisanne, Tessa en Peter? Dan komt er op eens een wervelwind op me afgevlogen. Lisanne vliegt me stralend om de nek. Tessa volgt iets voorzichtiger en Peter high fived met een grote grijns. Dorst! Drinken! Vieren!
Dan volgt het grote wachten. Hoe zou het de anderen vergaan? Kan Ria het volhouden? De kinderen sporen mij aan om te gaan douchen, maar ik wil de finish van Ria niet missen. Peter geeft mij zijn thermosjack, word ik in ieder geval niet koud.In spanning loop ik maar naar het finishvlak. Daar maar een poosje kijken en wachten. Daar komen Miralda en Marco. En vrijwel direct volgt Ria.
Ik spring over het hekwerk en loop zo snel ik kan in haar richting. Wat een geweldige prestatie. Ik vlieg haar om de nek en samen feliciteren we ook de anderen. Op dat moment komt ook Monique over de finish. We hebben het allemaal gedaan. Trots glunderen we van oor tot oor.

Finishers bij de Fisherman's Friend StrongmanRun 2013!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten